Lieg nooit tegen een journalist, want het komt (bijna) altijd uit

Maar een leugentje om bestwil, dat moet toch kunnen?
U bent namelijk altijd in bespreking als een journalist u onverwacht belt. Ook al bent u NIET in bespreking.

Vervolgens vraagt u snel waar de journalist naar op zoek is. Leg eventueel uit dat u dit vraagt om hem nog beter te kunnen helpen. Je zegt bijvoorbeeld: dan kan ik het dossier er al bij nemen om u nog concreter te kunnen helpen.

Soms heeft uw bedrijf een vaste woordvoerder of een persvoorlichtingsdienst.
Leg dat uit  dat in uw bedrijf alle perscontacten via die dienst lopen. Veel journalisten houden niet zo van persvoorlichters. Ze zien in hen vaker een extra belemmering ipv een hulp.

Maar als je beloofd hebt om terug te bellen, doe dat dan ook. Ook al heb je de gevraagde informatie nog niet boven water of als u besloten hebt om geen medewerking te verlenen. In dat geval leg dat dan uit, want vaak hebt u een hele goede reden daarvoor. Mocht u geen goede reden hebben, probeer hem dan toch verder te helpen. Bijvoorbeeld: ik zal u de contactgegevens geven van de werkgeversorganisatie die onze sector vertegenwoordigt. Die zal graag het standpunt van onze bedrijfstak verwoorden.

Mocht je besluiten om in principe mee te willen werken, vraag dan aan de journalist bijvoorbeeld:
– waarom wilt u mij vooral interviewen?
– ben ik de enige die u gaat interviewen?
– hoe lang gaat het interview duren?
– Is het live of wordt het gemonteerd (bij radio, tv, vlogs, etc.)
– Bij geschreven pers: mag ik het lezen op feitelijke onjuistheden alvorens u publiceert?

Ook kunt u vragen stellen of opmerkingen maken om het gesprek naar een kant op te sturen die vooral jou welgevallig is, zoals: misschien is het interessant voor uw lezers als ik ook uitleg dat… vult zelf maar in.

Onthoud in ieder geval dat je altijd een voorgesprek moet hebben als de situatie dat toelaat. Zo blijf je zeker beter baas over je eigen verhaal!