Mediatrainingtip 13: Kunt u absolute garanties geven dat…

Kunt u absolute garanties geven dat…

Ik zie tijdens mediatrainingen vaak dat de deelnemers behoorlijk kunnen worstelen met de garantie-vraag. Kunt u absolute garanties geven dat…
Toch is het niet moeilijk om die vraag te tackelen.
Immers absolute garanties kan niemand geven. We zijn niet beter dan god.

De garantievraag

De garantievraag richt zich vaak op de uitkomst.
Bijvoorbeeld:
– kunt u garanderen dat zo’n gevaarlijke gasontsnapping in de toekomst is uitgesloten?
– kunt u garanderen dat kernenergie absoluut veilig is?
– kunt u garanderen dat de dijken niet zullen breken?

Zoals gezegd: niemand kan dergelijke uitkomsten garanderen.
Maar in plaats van je antwoord te richten op de uitkomsten, is het handiger om te praten over het proces.

Praten over het proces

Je zegt dan bijvoorbeeld:
– Ik kan u absoluut garanderen dat we alles in het werk stellen om dergelijke gasontsnappingen in de toekomst te voorkomen
of
– ik kan u garanderen dat we er alles aan doen om onze kerncentrales veilig te maken en veilig te houden. Dat bewijzen we trouwens al 40 jaar…
of
– ik kan u garanderen dat we er alles aan doen om onze dijken ook in de 21e eeuw absoluut overstromings-proof te houden.

Wat je feitelijk doet is het woord garanties in een iets andere context gebruiken. In plaats van over de uitkomsten te praten, praat je nu over het proces.
Over het proces van het voorkomen van gasontsnappingen,
over het proces om kernenergiecentrales nog veiliger te maken,
en het proces om ervoor te zorgen dat we met z’n allen in de 21e eeuw droge voeten houden.

Samengevat:

Mocht u in de toekomst de garantievraag gesteld krijgen: geef dan geen garanties over de uitkomsten. Maar geef gerust wel garanties over het proces!

Mediatrainingtip 8: Hoe selecteer je een goede mediatrainer

Ik moet een goede mediatraining hebben.

Er is plotseling kritiek op uw bedrijf en de media staan bij u op de stoep. Of je bedrijf heeft juist iets slims gedaan waardoor je plotseling een hoop media-aandacht krijgt.

Help wat nu denk je misschien? Ik moet een goede mediatraining hebben. Ik moet snel leren hoe ik een goed interview moet geven.

Wat je altijd al eens van plan was, maar nooit echt prioriteit voor u was, heeft het nu wel. U gaat op zoek naar een goede mediatraining! Maar hoe vind je een goede mediatrainer?

Maar hoe selecteer je een goede mediatrainer?

Op het internet zijn er bosjes lieden die mediatraining geven. Maar hoe selecteer je een goede?

Eigenlijk moet je je vraag anders formuleren: aan wat voor eigenschappen moet een goede mediatrainer voldoen?
Er zijn vier dingen waar je vooral op moet letten:

1. hij moet weten hoe de media werken
2. hij moet verstand hebben van hoe reputaties tot stand komen. Hoe je aan image-building doet?
3. hij moet voldoende maturiteit hebben: weten hoe de maatschappij werkt, hoe organisaties werken, hoe de politiek werkt.
4. hij moet het vak van trainer/coach verstaan.

Ten eerste moet een goede mediatrainer natuurlijk weten hoe de media werken, wat nieuws is, waar journalisten naar op zoek zijn, Hoe je de regie houdt over je verhaal, welke vraagtechnieken (tricks) en vraagvalkuilen zij bewust en onbewust graven om u dingen te laten zeggen die u liever nog even achter de kiezen had willen houden. Hij zou dus een journalistieke achtergrond moeten hebben. Maar is dat genoeg? Nee dus!

Zoals gezegd moet hij ook weten hoe imagos tot stand komen. hoe reputaties tot stand komen. Dat hij naast kennis van de media, dus ook weet hoe je aan reputatiemanagement doet.

Net zoals een topvoetballer. Hij kan bijvoorbeeld nog zoveel verstand van voetballen hebben, het maakt hem nog geen geschikte trainer.

Daarom moet hij ook het vak van trainer/coach verstaan. Hij moet over voldoende psychologisch inzicht beschikken. Hij moet in staat zijn om het zelfvertrouwen bij jou te versterken. Want een goed interview weggeven, is niet alleen het leren van techniek, maar ook een ‘state of mind’.

Mediatraining is een vak

Daarom is zelfs iemand met de meest gedegen journalistieke achtergrond niet altijd geschikt voor dit vak.
Net zoals ook een topvoetballer niet altijd geschikt is om toptrainer te worden.

Maar je wordt pas echt een top mediatrainer als je naast deze kenmerken ook beschikt over voldoende maturiteit en maatschappelijk inzicht. Dat je weet hoe organisaties werken, hoe de politiek werkt, hoe ontwikkelingen/issues in de samenleving een impact kunnen hebben op uw bedrijfsvoering.

Dat je als het ware een soort maatschappelijke helicopter-view hebt waardoor je je opdrachtgevers maximaal kunt helpen bij het scherp stellen van key messages (message development) die staan als een huis. Daarop worden onze trainers geselecteerd! En daarom zeggen wij: mediatraining is een vak, ons vak!

Mediatrainingtip 6: Moet je altijd JA zeggen tegen een interview?

Moet je altijd JA zeggen tegen een interview-verzoek?

Het bedrijf wenste niet op camera te reageren, hoor je vaak in kritische nieuws-shows zoals consumentenprogramma’s als Radar. Intussen wordt door de presentator van het bedrijf gehakt gemaakt.

Op veel sympathie kan de directie vaak niet rekenen als het onvoldoende lef heeft om zijn kant van het verhaal te komen belichten.

Dat brengt de vraag naar voren of je altijd interview-verzoeken van journalisten moet honoreren?

Veel journalisten zullen het daar hardgrondig mee eens zijn.
Als u maar weet dat jij dat gelukkig nog altijd zelf kan bepalen.

In de meeste gevallen is het aan te raden om mee te werken aan interview-verzoeken. Het is de kans bij uitstek om jouw kant van het verhaal te vertellen. Er zijn ook gevallen denkbaar om beter van medewerking af te zien.
Maar dat is NIET hetzelfde als zeggen: GEEN COMMENTAAR.

Situaties waarin je beter een low profile aanneemt, zijn bijvoorbeeld onderwerpen die niet alleen uw bedrijf, maar ook de hele bedrijfstak aangaan. Met ontdekt bijvoorbeeld dat een bepaalde stof kankerverwekkend is, maar u bent een van de vele bedrijven die deze stof produceert. Als u dan het voortouw in de media gaat nemen dan zullen uw collega-bedrijven u daarvoor heel dankbaar zijn. U haalt dan namelijk ook voor hen de kastanjes uit het vuur als u ’s-avonds in Nieuwsuur daarover geroosterd wordt.

Het gaat om UW imagobelangen

Een andere situatie is als aan je uitspraken zware juridische consequenties verbonden kunnen worden. Dan is het zaak dat ieder woordje zorgvuldig op een gouden weegschaal gewikt en gewogen wordt. In die gevallen maak je dan beter een persstatement die zorgvuldig juridisch is gecheckt in plaats van mee te werken aan een interview. Journalisten zullen dat niet altijd even leuk vinden. Ze willen een ’talking head’ op tv. Maar het is niet omdat zij een talking head willen dat u die beschikbaar moet stellen? Het gaat in die gevallen om UW imagobelangen en dan is het jammer maar helaas voor de journalist…

De Schuldvraag wordt bijna altijd gesteld

Ook bij complexe situaties waar nog niet helemaal duidelijk is bij wie de schuldvraag ligt, is het beter om niet op camera te reageren. Want die schuldvraag, wordt zeker in het calvinistische Nederland altijd gesteld. Denk bijvoorbeeld aan in China geproduceerde medicijnen die daar mogelijk vervuild zijn met kankerverwekkende stoffen. Wie had dit moeten controleren? Wie is verantwoordelijk? Welke maatregelen moeten worden genomen en door wie? Terwijl het Chinese bedrijf de kaken stevig op elkaar houdt, moet je ook hier uitkijken dat je de issue niet naar je toetrekt.

Geen Commentaar?

Maar moet je dan roepen dat je geen commentaar geeft? Nee, natuurlijk niet! Maar je kunt vaak wel al heel goed wegkomen door je te beperken tot een korte schriftelijke verklaring. Hierin leg je uit dat je de situatie heel serieus neemt, dat je een diepgaand onderzoek gaat instellen en dat je met nadere informatie komt, zodra je dit onderzoek hebt afgerond.

 

Mediatrainingtip 3: Herformuleren van lastige vragen

Mediatrainingtip 3: Lastige vragen van journalisten herformuleren

 

“Ben jij als mediatrainer niet voortdurend bezig om bedrijfsleiders en politici beter te leren liegen?”

Zo’n vraag kreeg ik eens in een talkshow. Maar hoe ga je daar nu mee om?

Natuurlijk leer ik mijn klanten niet om beter te liegen. Maar als ik dat als antwoord zou geven dan komt dat heel defensief en negatief over.

Stel je voor hoe ik dan gequoot zou kunnen worden: mediatrainer Evert van Wijk zegt: ik leer mijn klanten niet om beter te liegen.

Met zo’n quoot wil ik echt niet in het nieuws komen.

Net als die bedrijfsleider die antwoordt nee, die rook is niet giftig als hem net die vraag werd gesteld.

Of een politicus die desgevraagd antwoordt dat hij er helemaal niet alleen voor de rijken is…

Ik ben er dan bijna zeker van dat de journalist juist dat stukje eruit knipt en in zijn uitzending plempt.

Gevolg is dat het de zaken alleen maar erger maakt.

Daarom moet je In dergelijke gevallen lastige en negatieve vragen van journalisten herformuleren, ofwel ‘down playen’.

Ik zeg dus NIET dat je ervoor moet wegduiken of eromheen moet draaien! Ik zeg herformuleren!

Dus als een journalist jou in de toekomst vraagt of die rook giftig is, dan is het heel legitiem om hem ongeveer het volgende te antwoorden: ‘wat u me eigenlijk vraagt is of er gevaar is voor de volksgezondheid in de omgeving? Welnu metingen hebben uitgewezen dat dit niet niet het geval.

of als politicus die de vraag krijgt of hij er alleen is voor de rijken:

‘Nee, dat klopt niet. Wij zijn er juist voor alle inwoners… Daarom zijn wij voorstander om maatregel X en Y te nemen omdat alle groepen in de samenleving daar voordeel bij hebben…

En als een journalist mij vraagt of ik mijn klanten beter leer liegen, dan kan ik zeggen:

u vraagt mij eigenlijk wat ik met mediatraining bij mijn klanten wil bereiken?

Welnu, ik leer ze vooral om vaak ingewikkelde onderwerpen op een compacte, heldere en begrijpbare wijze in de media uit te leggen en dat levert alleen maar winnaars op.

  • de allerbelangrijkste winnaar is natuurlijk de kijker of luisteraar, want die snapt mijn verhaal nu beter
  • de programmamaker, want die heeft iemand uitgenodigd die het helder en begrijpelijk kan uitleggen
  • en last but not least jijzelf als studiogast.

Want zeg nu zelf, als u na uw mediaoptreden thuiskomt en uw vrienden of je partner zegt tegen je, zo dat heb je keurig gezegd, dan zal dat ook je eigen zelfvertrouwen een extra boost geven…

Mediatrainingtip: Kun je zeggen: “Ik weet het niet”?

Zowel tijdens mediatraining als in een echt studiogesprek zie ik mensen vaak worstelen met vragen waarop ze het antwoord niet weten. Raar, eigenlijk, want je wordt natuurlijk niet verondersteld om alles te weten. Het is daarom in heel veel gevallen zo dat je gewoon kunt antwoorden: ‘ik weet het niet’.

Natuurlijk word je wel verondersteld dat je bepaalde dingen wel weet. Als je HR-manager bent en je zit in een programma dat gaat over de krapte op de arbeidsmarkt en je weet niet hoeveel vacatures je bedrijf heeft openstaan ,dan sla je natuurlijk een modderfiguur. Maar als je als HR-manager de vraag krijgt of de oorlog in Oekraïne zal leiden tot een andere marketingaanpak, dan is het duidelijk dat dit buiten je expertise is en dat je daarop dus geen (zinnig) antwoord kunt geven.
 
Onthoud: als je het antwoord niet weet, zeg het gewoon. Maar probeer wel uit te leggen waarom je het niet weet. Bijvoorbeeld: ‘ ik ben geen marketing expert. Om vervolgens het bruggetje te maken naar wat je wel weet.