Het is de droom van iedere journalist om grootheden als Zelensky te mogen interviewen. Het overkwam Marielle Tweebeeke van Nieuwsuur. Het was een leerrijk interview al had ze op het onderwerp corruptie wel wat mogen doorvragen. Maar als je op dat moment tegenover de grootste knuffelbeer van het grote publiek zit, dan wil je misschien wel eens wat minder kritisch zijn. Al vond ik ook dat Zelensky zich behoorlijk van een wat minder fraaie kant liet zien. Wil je weten waarom? Kijk dan gauw naar deze video…
Zou u op een politicus stemmen die almaar in het nieuws is vanwege zijn hippe schoenen? Of kiest u eerder voor iemand met een uitstraling van doe-maar-gewoon, dan doen we gek genoeg? Dat is in het kort samengevat de verkiezingsstrijd tussen de CDA-ministers Hugo de Jonge van Volksgezondheid en Wopke Hoekstra van Financiën om het leiderschap binnen het CDA die deze zomer zal losbarsten. Als mediatrainer voorspel ik dat Hoekstra deze strijd glansrijk gaat winnen.
Wat is dat toch allemaal voor een wijverig gedoe. Een mannelijke minister met een zwak voor schoenen? Schoenen verzamelen en op opvallende schoenen rondlopen is toch iets typisch vrouwelijks. Zoiets hoort bij Imelda Marcos als u nog weet wie dat was? Zij hield er in de jaren zeventig en tachtig van de vorige eeuw als vrouw van een Filippijnse dictator een legendarische hoeveelheid schoenen op na.
Hugo de Jonge en zijn verkeerde hippe schoentjes
Los van Imelda Marcos ken ik in mijn eigen kennissenkring wel meer vrouwen die schoenen verzamelen, zoals een van onze nieuwe buurvrouwen. Misschien ben ik wel hopeloos ouderwets, maar in mijn beleving verzamelt een echte vent geen hippe schoentjes en loopt hij zeker niet de hele dag in blits schoeisel rond.
Daarom vermoed ik dat de strijd om het leiderschap bij het CDA voor Hugo de Jonge nog geen gelopen race is en dat komt vooral door zijn ‘verkeerde’ schoenen.
Nu presenteert De Jonge op tv vrij losjes zo op het eerste gezicht. Maar als je beter kijkt dan is het vaak net allemaal iets teveel ingestudeerd. Zijn oogopslag is dikwijls wat onrustig en zijn mimiek net iets te expliciet. Dat verraadt mogelijk een stukje onzekerheid. Misschien toch wat ietsje teveel bezig met de vorm en wat te weinig met de inhoud?
Corona-persconferentie
Maar ook inhoudelijk kan het allemaal wel wat beter. Krijgt De Jonge een vraag tijdens bijvoorbeeld een van de vele corona-persconferenties dan verzandt hij dikwijls eerst in gedetailleerde argumenten die vaak naast te kwestie zijn alvorens er überhaupt een antwoord komt.
Zelfs ministers weten niet alles. Daarom zeg ik tijdens mediatraining altijd: weet je op een complexe vraag het antwoord (nog) niet dan mag je dat gerust gewoon zeggen. Er is niks mis mee om te antwoorden: ik weet het niet, maar ik zoek het voor u op en ik kom er asap op terug.
Doe maar gewoon, dan doen we gek genoeg
Nee, ik zet in op Wopke Hoekstra bij de komende CDA-verkiezing. Ook al is zijn stijl wat hoekig en afstandelijk. Hij komt zelfzeker over en straalt kennis van zaken uit. Zeker in tijden zoals nu waar het economisch tegenzit, heeft de kiezer vooral voorkeur voor mensen die uitstralen: doe maar gewoon, dan doen we gek genoeg. Iemand die goed op de huishoudportemonnee past. Kandidaten met hippe schoentjes die bovendien ook nog naar de zonnebank gaan, net als Donald Trump trouwens, geef ik in het nuchtere Nederland weinig kans…
Naschrift:
Net na het verschijnen van dit blog werd bekend dat Wopke Hoekstra, geheel tegen de verwachting in, niet deel ging nemen aan de verkiezingsstrijd om partijleider te worden van het CDA. De verwachting was toen dat de strijd zich zou gaan afspelen tussen Hugo de Jonge en Mona Keijzer. Totdat Pieter Omtzigt zich geheel onverwachts in de strijd wierp. Het werd een nek aan nek race, zoals we intussen weten met Hugo de Jonge als nipte winnaar. Persoonlijk ben ik van mening dat als De Jonge zich wat minder als een kerstboom had opgetuigd, zijn overwinning groter zou zijn geweest…
Over de auteur
Evert van Wijk woonde en werkte de voorbije 30 jaar afwisselend in Vlaanderen en Nederland. Hij is crisiscommunicatieadviseur, mediatrainer en auteur van verschillende boeken over mediatraining en debattechniek (http://nlmediatra-ntola.savviihq.com ). Ook schrijft hij boeken over cultuurverschillen tussen België en Nederland (https://cultuurverschillenbelgienederland.nl )
Matthijs van Nieuwkerk hield stevig zijn kaken op elkaar tijdens de mediadiscussie over zijn verdiensten bij ‘De Wereld Draait Door’ en dat is slim van hem. Ook in de media geldt vaak dat je moet stilzitten als je geschoren wordt. Daarnaast ben ik er vrij zeker van dat Matthijs heel goed beseft dat de wereld ook wel zonder hem doordraait. Het kerkhof ligt immers vol met mensen die dachten dat ze ooit onmisbaar waren. Maar wat ik vooral in deze discussie heb gemist is dat mensen als Matthijs veel te weinig doorstromen. Nieuwe en goede talenten krijgen zo bij de NPO veel te weinig kans.
Balkenendenorm geldt ook voor Matthijs van Nieuwkerk
Ooit hebben we in dit land met elkaar afgesproken dat mensen die uit de overheidsruif betaald worden niet meer mogen verdienen dan de zogenaamd Balkenendenorm. Momenteel is dat bijna 230.000 EUR. Het probleem is echter dat het salaris van Matthijs hier fors boven zit. Als het verlaagd zou worden naar de Balkenendenorm dan zou het wel eens kunnen zijn dat Matthijs de handdoek in de ring zou kunnen gooien. Maar gelukkig deed de bevoegde minister Slob wat hij moest doen: De Balkenendenorm geldt ook voor Matthijs van Nieuwkerk!
De VARA komt niet alleen op voor de minderbedeelden…
Het pleit voor de VARA-directie om voor zijn mensen te gaan staan. Maar de VARA, is van huis uit toch een omroep die moet opkomen voor de minderbedeelden en daarvan lijkt mij toch geen sprake als je jaarlijks enkele tonnen op je bankrekening kan laten bijschrijven. Dan hebben we het nog niet eens gehad over de schnabbels van Matthijs. Via zijn agent kun je hem inhuren als dagvoorzitter. Ook heb ik vernomen dat hij via het productiehuis van College Tour, dat voorheen door Toine Huys werd gepresenteerd, een rijkelijke vergoeding krijgt.
De NPO heeft Matthijs van Nieuwkerk groot gemaakt
Alles bij elkaar optellend zal Matthijs allang hebben uitgerekend dat hij door al die nevenactiviteiten wel eens meer wegsleept dan hij ooit bij de commerciële omroep zal verdienen. Nu mag hij van mij bijschnabbelen zoveel hij maar wil, zolang hij maar niet betaald wordt door uw en mijn belastinggeld. Hij mag zich in dit verband ook gerust realiseren dat hij kan bijschnabbelen dankzij het feit dat hij zijn naamsbekendheid te danken heeft aan de NPO. Die heeft hem groot gemaakt. Die heeft ervoor gezorgd dat hij een merk, een ‘brand’ is waardoor hij naar hartenlust kan bijschnabbelen.
Mathijs van Nieuwkerk is een vakman
Nu wil ik niks afdingen aan het talent van Matthijs. Hij is gewoon een geweldige vakman. Maar waar ik wel problemen mee heb is dat omwille van de kijkcijfers heel wat ‘oudere jongeren’ blijven zitten waar ze zitten. Denk aan BN-ers als Frits Spits, Felix Meurders, maar ook bijvoorbeeld aan Philip Freriks. Al jaren met pensioen blijft hij gewoon programma’s presenteren als De Slimste Mens en in een documentairereeks over D-day. Dan staat er op je beeldscherm ergens op een strand in Normandië de ene oude knar de andere te interviewen en moet je echt goed kijken wie de echte veteraan is…
Mindere fixatie op kijkcijfers zou NPO helpen
Wat overal geldt, geldt ook voor de NPO. Ook presentatoren moeten niet te lang op één plek blijven zitten. Vernieuwing, vers bloed, nieuwe talenten een kans geven, risico’s durven nemen, kortom meer lef en minder voor de zekerheid en mindere fixatie op de kijkcijfers zou de NPO sieren. Het ligt in ieder geval niet aan een gebrek aan nieuwe talenten. Toen Eva Jinek onlangs met zwangerschapsverlof was, werd zij vervangen door Nadia Moussaid een relatief onbekende. Wat een geweldig talent, wat een geweldige vakvrouw, wat een geweldige talkshow-host. De Balkenendenorm zal ze nog niet betaald krijgen, maar de kijker kreeg met haar wel waar voor zijn belastinggeld. Zo kan het dus ook…
Over de auteur
Evert van Wijk woonde en werkte de voorbije 30 jaar afwisselend in Vlaanderen en Nederland. Hij is crisiscommunicatieadviseur, mediatrainer en auteur van verschillende boeken over mediatraining en debattechniek (http://nlmediatra-ntola.savviihq.com ). Ook schrijft hij boeken over cultuurverschillen tussen België en Nederland (https://cultuurverschillenbelgienederland.nl )
Wil je een succesvolle advocaat worden, dan moet je zorgen dat je ‘s-avonds in een talkshow kunt aanschuiven, Wil je het verschil met de concurrentie maken dan moet je in staat zijn om je verhaal op een toegankelijke manier in de media te krijgen. Ook dat realiseren zich steeds meer advocatenfirma’s. Mediatraining is om die reden vaak onontbeerlijk.
Kom je niet in de media, dan besta je niet. Dat weten politici al heel lang maar eigenlijk geldt dit voor nagenoeg alle ’takken van sport’. Dit betekent niet dat je te pas en te onpas op de voorpagina van De Telegraaf of Het Nieuwsblad moet staan. Bekendheid via je vakliteratuur of in de regionale media kan je business al een behoorlijke boost geven. Misschien is het wel daarom dat ik de laatste tijd steeds meer advocaten en advocatenfirma’s heb die een mediatraining willen volgen.
Advocaten hebben geen reclame cultuur
Wie ooit naar de Amerikaanse tv-serie Breaking Bad heeft gekeken zag daarin een louche advocaat figureren die flikkerende neonlichten op zijn gevel had met de veelzeggende titel: “You better call Saul”. Met zo’n aanpak willen advocaten in Nederland en België zich niet associëren. Daarvoor is de branche te terughoudend. Het is trouwens pas sinds 1989 en 1999 dat ze in Nederland en respectievelijk in België mogen adverteren. Voor die tijd was de branche van mening dat reclame de publieke verantwoordelijkheid van het beroep advocaat in de weg zou staan. Mede door de komst van internet en de sociale media, viel dit niet meer vol te houden. Een advocatenbureau zonder website is vandaag de dag gewoon onvindbaar.
De advocatuur heeft geen echte reclame-cultuur. Advocaten zijn nog altijd terughoudend in reclame-uitingen. Vooral advocaten van de oude stempel vinden dat het wezenlijke kenmerk van hun beroep bestaat uit het verlenen van professionele bijstand aan rechtzoekenden en niet het maximaliseren van de bedrijfswinst. De werkelijkheid is echter minder hoogdravend. De advocatuur is vandaag de dag gewoon een van de vele vormen van zakelijke dienstverlening. Ze hebben vaak pr-afdelingen of huren externe pr-mensen in om hun business in de media te krijgen met ‘slimme’ dingen die ze voor hun opdrachtgevers doen. En als het dan eindelijk zover is dan maakt een stevige mediatraining onderdeel uit van hun voorbereiding.
Mediatraining voor advocaten is een uitdaging
Het geven van mediatraining aan advocaten is vaak wel een uitdaging. Van zichzelf denken ze dat ze goed kunnen spreken en argumenteren en meestal is dat ook zo. Maar de manier waarop ze hun verhaal in de media opbouwen is meestal verre van mediageniek. Ze stapelen argument op argument en uiteindelijk komen ze dan met een conclusie. Wil je echter in de media de kijker aan je binden dan moet je het juist andersom doen: eerst je punt maken en dan met een of twee argumenten onderbouwen. Anders heeft de kijker allang weggezapt of is hij gewoon in slaap gevallen…
Wil je als advocatenbureau echt boven komen drijven dan moet je natuurlijk eerst zorgen dat je goed bent. Dat je meedenkt met je klanten. Niet alleen door de case van je clienten goed juridisch te verdedigen, maar ook, door bijvoorbeeld effectieve mediation snel resultaten te boeken. Ook hier geldt: het doel, heilgt de middelen. Maar met alleen goed zijn, kom je er niet. Door te spreken op conferenties, het (laten) publiceren van interviews en artikelen en last but not least: het op een mediagenieke manier geven van interviews, maakt het verschil met de concurrentie…
Over de auteur
Evert van Wijk woonde en werkte de voorbije 30 jaar afwisselend in Vlaanderen en Nederland. Hij is crisiscommunicatieadviseur, mediatrainer en auteur van verschillende boeken over mediatraining en debattechniek (www.mediatrainingbenelux.nl ). Ook schrijft hij boeken over cultuurverschillen tussen België en Nederland. www.cultuurverschillenbelgienederland.nl)
Wordt het niet eens tijd voor een goedemediatraining meneertje Jetten? Die gedachte kwam bij mij op toen ik de kersverse fractievoorzitter van D66, Rob Jetten zag stuntelen tijdens een interviewtje met Frits Wester op Twitter. Nu worden vandaag de dag mensen als Jetten niet zonder een stevige mediatraining de politieke arena ingestuurd. Maar het heeft er alle schijn van dat de mediatrainer waarbij hij in de leer is geweest het toch ook niet helmaal snapt.
Tijdens mediatraining zeg ik altijd: praat nooit met de media als je geen verhaal hebt, want dan ben je een speelbal in de wind. Soms valt dat niet te voorkomen. Je komt uit een vergaderzaal en je wordt onverwacht overvallen door een journalist. Maar een goede mediatrainer leert een politicus of bedrijfsleider daarmee omgaan. Hij zal je ook vertellen dat het roepen van geen commentaar vaak de slechtste optie is, zoals u in dit filmpje ziet.
Omgaan met de media is vooral vlieguren maken
Hoofdrolspeler in dit filmpje is een duidelijk misnoegde burgemeester van Gent die bij de coalitieonderhandelingen werd ‘overvallen’ door de pers. Hij had ook gewoon even kunnen stoppen om vervolgens tegen de journalisten te zeggen: “ik snap dat u vragen hebt, maar u zult ongetwijfeld begrijpen dat ik de coalitieonderhandelingen niet via de media voer.” Om vervolgens met een vriendelijke lach af te sluiten en verder te lopen. Ik vraag me af waarom Jetten dat ook niet meteen heeft gedaan? Misschien heeft hij de adviezen van zijn mediatrainer iets te letterlijk genomen? Omgaan met de media leer je immers vooral door vlieguren te maken.
Omgaan met de media is soms simpeler dan je denkt. Breng een of twee keer je centrale boodschap en als je merkt dat de interviewer je daar niet mee weg laat komen, vertel dan gewoon, liefst met redenen omkleed, waarom je daar geen antwoord op gaat geven. Rob Jetten kwam pas op dat idee toen het kwaad als was geschied. Toen hij voelde dat zijn ‘robotica-antwoord’ groteske vormen begon aan te nemen.
Je staat er voor je eigen belang
Natuurlijk is het meedelen dat je onderhandelingen niet via de media voert, voor journalisten geen spannende tv. Maar daar moet je als politicus op dat moment lak aan hebben. Je staat er namelijk niet voor het format van de journalisten als Frits Wester, maar voor het belang van je partij en jezelf. Die twee dingen kunnen wel eens haaks op elkaar staan. Maar in die gevallen antwoord dan niet als een soort onnozelaar almaar naast de kwestie, of in het geval van de burgemeester van Gent op een knorrige manier. Want heeft u sympathie voor iemand die almaar voor de vragen duikt of geen commentaar gaat roepen?
Daarom zeg ik altijd tijdens mediatraining dat jij je moet realiseren dat die journalist ook zijn werk moet doen. Ook als het jou even niet uitkomt. Dat betekent dat je ook weet wat je moet zeggen als je ‘overvallen’ wordt. En heb je toch iets wat je graag voor de Bühne wilt brengen dan zijn er heel wat soepele manieren om dat empatischer en minder geforceerd aan te pakken. Vergeet een ding echter niet: een interview blijft een vraaggesprek met de nadruk op gesprek. Als je als een blind paard de vraag van de journalist uit de weg gaat en vervolgens niets ontziend je kernboodschap erin wilt rammen, dan verlies je het niet alleen bij de journalist maar vooral ook bij de kijker het respect.
Over de auteur
Evert van Wijk woonde en werkte de voorbije 30 jaar afwisselend in Vlaanderen en Nederland. Hij is crisiscommunicatieadviseur, mediatrainer en auteur van verschillende boeken over mediatraining en debattechniek (www.mediatrainingbenelux.nl ). Ook schrijft hij boeken over cultuurverschillen tussen België en Nederland. www.cultuurverschillenbelgienederland.nl)
Als mediatrainer heb ik regelmatig met klanten te maken die gewild of ongewild met de nieuwsmedia in contact treden. Zowel als er positief, als negatief nieuws te melden is. Tijdens mediatraining wijs ik ze dan vaak op een aantal afspraken die zij met journalisten kunnen maken. (zie ook Mediatraining-tips). Door deze praktische tips toe te passen kunnen ze vaak een hoop reputatieschade door de media voorkomen.
Reputatieschade, al dan niet terecht, is iets wat mensen tot in lengte van dagen blijft achtervolgen en daarom zouden media hun kwaliteitscriteria best mogen aanscherpen.
Toch gaat het zeker bij crisissituaties dikwijls fout met de berichtgeving. Onder de druk van de deadline en de angst dat een ander medium met de primeur gaat lopen, worden feiten niet of onvoldoende door journalisten gecheckt.
Nu is een primeur het zout in de pap voor iedere journalist, maar als daar tegenover staat dat mensen en/of bedrijven hierdoor zware (reputatie)schade kunnen oplopen, doordat de feiten onvoldoende gecheckt zijn, dan hebben journalisten een loodzware verantwoordelijkheid.
De krant is tenslotte ook een product dat verkocht moet worden
Onder de eerdergenoemde druk van de deadline, de angst van het verliezen van de primeur, maar ook omdat commerciële belangen een rol spelen – de krant is tenslotte een product dat iedere dag weer verkocht moet worden – springen journalisten daar regelmatig te lichtzinnig mee om. Zo herinner ik mij een situatie waarin een man verdacht werd van pedofilie, maar in plaats van te wachten totdat dit onomstotelijk bewezen was, besloot de hoofdredacteur toch tot publicatie over te gaan. Achteraf bleek de man volledig vrijuit te gaan, maar de reputatieschade die deze vermeende pedofiel hierbij opliep was onherstelbaar.
In tijden van fake news is het misschien wel handig dat burgers die door de media zijn benadeeld een versterking krijgen van hun rechtspositie. Bijvoorbeeld door bij de aanbieders van nieuws, de media, hun mogelijk opgelopen reputatie- of inkomensschade te verhalen. Zo zouden de media kunnen beginnen om wat meer openheid te geven over hun kwaliteitscriteria. Denk concreet aan een soort code of conduct van media dat alle feiten twee keer gecheckt worden?
Waarom niet eigenlijk? Wat in het bedrijfsleven al jarenlang geldt: het hebben van duidelijke kwaliteitsnormen waarop men afgetoetst kan worden, zou natuurlijk ook moeten gelden voor de media. Om te beginnen voor de zogenaamde kwaliteitsmedia…
Over de auteur
Evert van Wijk woonde en werkte de voorbije 30 jaar afwisselend in Vlaanderen en Nederland. Hij is crisiscommunicatieadviseur, mediatrainer en auteur van verschillende boeken over mediatraining en debattechniek (http://nlmediatra-ntola.savviihq.com ). Ook schrijft hij boeken over cultuurverschillen tussen België en Nederland (https://cultuurverschillenbelgienederland.nl )